Psalmen 126
Herinneren aan God's Trouw in Moeilijke Tijden
Psalm 126 is een lied van opgang dat de terugkeer van de Israëlieten uit ballingschap naar Jeruzalem herdenkt. De psalmist reflecteert op de vreugde en opluchting die het volk voelt na jaren van verdriet en beproeving. De tranen van verdriet van het volk zijn veranderd in tranen van vreugde omdat God hen heeft hersteld. De psalmist prijst God voor zijn trouw en roept alle naties op om de geweldige dingen te erkennen en bewonderen die God voor zijn volk heeft gedaan.
1Een lied Hammaaloth. Als de HEERE de gevangenen Sions wederbracht, waren wij gelijk degenen, die dromen.
2Toen werd onze mond vervuld met lachen, en onze tong met gejuich; toen zeide men onder de heidenen: De HEERE heeft grote dingen aan dezen gedaan.
3De HEERE heeft grote dingen bij ons gedaan; dies zijn wij verblijd.
4O HEERE! wend onze gevangenis, gelijk waterstromen in het zuiden.
5Die met tranen zaaien, zullen met gejuich maaien.
6Die het zaad draagt, dat men zaaien zal, gaat al gaande en wenende; maar voorzeker zal hij met gejuich wederkomen, dragende zijn schoven.
