Psalmen 122
De vreugde van aanbidding in Jeruzalem
In Psalm 122 uit de Bijbel, drukt de psalmist zijn vreugde en opwinding uit voor de gelegenheid om te aanbidden in Jeruzalem, de Heilige Stad. Hij spoort zijn medeworshippers aan om zich bij hem aan te sluiten in het vieren van Gods aanwezigheid en zegeningen in de stad. De psalmist bidt ook voor vrede en voorspoed binnen de muren van Jeruzalem.
1Een lied Hammaaloth, van David. Ik verblijd mij in degenen, die tot mij zeggen: Wij zullen in het huis des HEEREN gaan.
2Onze voeten zijn staande in uw poorten, o Jeruzalem!
3Jeruzalem is gebouwd, als een stad, die wel samengevoegd is;
4Waarheen de stammen opgaan, de stammen des HEEREN, tot de getuigenis Israels, om den Naam des HEEREN te danken.
5Want daar zijn de stoelen des gerichts gezet, de stoelen van het huis van David.
6Bidt om den vrede van Jeruzalem; wel moeten zij varen, die u beminnen.
7Vrede zij in uw vesting, welvaren in uw paleizen.
8Om mijner broederen en mijner vrienden wil, zal ik nu spreken, vrede zij in u!
9Om des huizes des HEEREN, onzes Gods wil, zal ik het goede voor u zoeken.