Psalmen 110

Het Koninklijke Priesterschap van de Messias

In Psalm 110 spreekt David profetisch over een toekomstige heerser die aan Gods rechterhand zal zitten en zowel priester als koning zal zijn. Deze heerser, ook bekend als de Messias, zal heersen over zijn vijanden en de naties oordelen. De psalm eindigt met de verklaring dat de heerser victorieus zal zijn en zal drinken van de beek langs de weg.

1Een psalm van David. De HEERE heeft tot mijn Heere gesproken: Zit aan Mijn rechterhand, totdat Ik Uw vijanden gezet zal hebben tot een voetbank Uwer voeten.

2De HEERE zal de scepter Uwer sterkte zenden uit Sion, zeggende: Heers in het midden Uwer vijanden.

3Uw volk zal zeer gewillig zijn op den dag Uwer heirkracht, in heilig sieraad; uit de baarmoeder des dageraads zal U de dauw Uwer jeugd zijn.

4De HEERE heeft gezworen, en het zal Hem niet berouwen: Gij zijt Priester in eeuwigheid, naar de ordening van Melchizedek.

5De HEERE is aan Uw rechterhand; Hij zal koningen verslaan ten dage Zijns toorns.

6Hij zal recht doen onder de heidenen; Hij zal het vol dode lichamen maken; Hij zal verslaan dengene, die het hoofd is over een groot land.

7Hij zal op den weg uit de beek drinken; daarom zal Hij het hoofd omhoog heffen.