Het verhaal van Tamar

Tamar was een bijbelse figuur uit het boek Genesis. Ze was de dochter van koning David's zoon, Juda, en zijn vrouw, Sua. Tamar was de zus van Er, Onan en Selah. Ze is het meest bekend om haar rol in het verhaal van Juda en Tamar, dat te vinden is in Genesis 38. Tamar's verhaal begint wanneer haar broer Er sterft zonder kinderen te hebben. Volgens de wet van die tijd moest Onan, Tamar's andere broer, met Tamar trouwen en een kind krijgen in de naam van Er. Onan weigerde dit te doen, dus liet Juda hem doden. Juda beloofde toen Tamar aan zijn jongste zoon, Selah, te geven wanneer hij oud genoeg was. Echter, Juda hield zich nooit aan zijn belofte. Tamar, zich verraden voelend, besloot om zelf actie te ondernemen. Ze vermomde zich als een prostituee en verleidde Juda. Na hun ontmoeting gaf Juda haar zijn zegelring, koord en staf als belofte van betaling. Tamar onthulde toen haar identiteit en Juda erkende zijn fout. Tamar baarde later tweelingen, Perez en Zerah. Perez was de voorouder van koning David en Jezus. Tamar wordt herinnerd om haar moed en vindingrijkheid in een tijd waarin vrouwen weinig rechten hadden. Ze is een voorbeeld van hoe God zelfs de moeilijkste omstandigheden kan gebruiken om zijn wil te vervullen.
Betekenis van de naam
Dadelpalmboom
Oorsprong van de naam
Hebreeuws
Role
opvolger.
Eerste vermelding
Genesis 14:7
Verschijningen in de Bijbel
25 vermeldingen
In het Hebreeuws
תמר