Het verhaal van Manasse

Manasseh was een bijbelse figuur die de zoon was van koning Hizkia en Hefziba. Hij was de twaalfde koning van Juda en regeerde 55 jaar, waarmee hij de langst regerende koning van Juda was. Hij staat bekend om zijn afgoderij en voor het leiden van het volk van Juda weg van de aanbidding van God. Manasseh werd geboren in Jeruzalem als enig kind van Hizkia en Hefziba. Hij had twee zussen, Abia en Lo-Ruchama. Hij groeide op aan het koninklijke hof en werd onderwezen in de wegen van de Heer, maar ook in de wegen van de heidense goden en godinnen. Manasseh stond bekend om zijn afgoderij en voor het leiden van het volk van Juda weg van de aanbidding van God. Hij bouwde altaren voor de heidense goden en offerde zelfs zijn eigen zoon in het vuur. Hij beoefende ook waarzeggerij en toverij. Hij was zo slecht dat God de profeet Jesaja stuurde om hem te waarschuwen voor zijn slechtheid. Manasseh werd uiteindelijk gevangengenomen door de Assyriërs en naar Babylon gebracht. Terwijl hij gevangen zat, berouwde hij zich van zijn zonden en bad tot God om vergeving. God hoorde zijn gebed en herstelde hem op de troon van Juda. Manasseh staat vooral bekend om zijn afgoderij en voor het leiden van het volk van Juda weg van de aanbidding van God. Hij wordt ook herinnerd voor zijn berouw en voor zijn herstel op de troon van Juda.
Betekenis van de naam
Vergeetachtig.
Oorsprong van de naam
Hebreeuws
Role
Koning
Eerste vermelding
Genesis 41:51
Verschijningen in de Bijbel
134 vermeldingen
In het Hebreeuws
מנשה