Het verhaal van Juda.

Judah was de vierde zoon van Jacob en Leah en een van de twaalf zonen van Jacob die de voorouders werden van de twaalf stammen van Israël. In de Bijbel wordt Judah afgebeeld als zowel een leider onder zijn broers als een figuur van geloof. Judah speelde een sleutelrol in het verhaal van Joseph, zijn halfbroer. Toen Joseph door zijn broers als slaaf werd verkocht, was Judah een van de leiders van de groep. Later, toen Joseph in een machtspositie in Egypte was, trad Judah naar voren om te pleiten voor het leven van zijn jongere broer Benjamin en zichzelf aan te bieden als vervanger. Deze daad van onzelfzuchtigheid en moed wordt gezien als een voorbeeld van de groei en volwassenheid van Judah. Judah staat ook bekend als de voorouder van koning David en Jezus, aangezien Jezus wordt geloofd te zijn afstammeling van de lijn van David, die op zijn beurt een afstammeling was van Judah. Deze afstamming is belangrijk in zowel Joodse als christelijke tradities, aangezien het de rechtvaardiging van Jezus tot de troon van David en zijn plaats als de Messias en Redder vestigt. De stam van Judah is ook van belang in de geschiedenis van Israël. De stam vestigde zich in het zuidelijke deel van het land Kanaän en werd een van de grootste en machtigste van de twaalf stammen. De stam van Judah gaf zijn naam aan het koninkrijk van Judah, dat een van de twee koninkrijken was waarin het koninkrijk van Israël werd verdeeld na de dood van koning Salomo. Judah blijft een belangrijk figuur in zowel Joodse als christelijke tradities, en zijn verhaal herinnert aan de kracht van vergeving, onzelfzuchtigheid en groei in geloof. De exacte geboorte- en sterfdatum van Judah zijn niet gespecificeerd in de Bijbel, maar men gelooft dat hij heeft geleefd in het late tweede millennium voor Christus.
Betekenis van de naam
Geprezen of dankbaar.
Oorsprong van de naam
Hebreeuws
Role
stamhoofd
Eerste vermelding
Genesis 29:35
Verschijningen in de Bijbel
763 vermeldingen
In het Hebreeuws
יהודה