Het verhaal van Jarah

Jarah was een bijbelse figuur die wordt genoemd in 1 Kronieken 2:31-47. Hij was de zoon van Hezron en de kleinzoon van Juda, de vierde zoon van Jakob. Hij was de broer van Kaleb, de vader van Ahazia, en de overgrootvader van koning Jojachin. Jarah was lid van de stam Juda en stond bekend om zijn militaire kunde. Hij maakte deel uit van de stam Juda die streed tegen de Filistijnen en victorie behaalde. Hij maakte ook deel uit van de stam Juda die tegen de Amalekieten vocht en victorie behaalde. Jarah is vooral bekend vanwege zijn rol in de strijd tegen de Amalekieten. Hij was de leider van de stam Juda en leidde hen naar de overwinning. Ook stond hij bekend om zijn moed en dapperheid in de strijd. Jarah wordt herinnerd vanwege zijn moed en dapperheid in de strijd en zijn leiderschap van de stam Juda. Hij is een voorbeeld van trouw en moed in het aangezicht van tegenspoed. Hij is een voorbeeld van hoe God zelfs de meest onwaarschijnlijke mensen kan gebruiken om grote dingen te bereiken.
Betekenis van de naam
De naam 'Jarah' betekent "honing" of "zoetheid" in het Hebreeuws.
Oorsprong van de naam
Hebreeuws.
Eerste vermelding
1 Chronicles 9:42
Verschijningen in de Bijbel
1 vermeldingen
In het Hebreeuws
מֶרְחָק