Het verhaal van Jakob

Jacob is een bijbelse figuur die het meest bekend staat als de vader van de twaalf stammen van Israël. Volgens het boek Genesis was Jacob de zoon van Isaäk en de kleinzoon van Abraham, en hij werd geboren met zijn tweelingbroer Esau. Ondanks dat Jacob de jongere tweeling was, lukte het hem om Esau te slim af te zijn bij zijn eerstgeboorterecht en zegen, wat het toneel vormde voor een levenslange rivaliteit tussen de twee broers. Nadat hij door zijn bedrog gedwongen was om te vluchten van huis, had Jacob een reeks ontmoetingen met God die zijn leven veranderden. Hij kreeg de naam "Israël" nadat hij had geworsteld met een engel, en hij kreeg twaalf zonen die de hoofden werden van de twaalf stammen van Israël. Jacob wordt herinnerd om zijn sluwheid en vastberadenheid, evenals om zijn relatie met God. Ondanks zijn gebreken en bedrog wordt Jacob beschouwd als een rechtvaardig man die een leven van gehoorzaamheid aan God leidde, en zijn erfenis blijft de religieuze en culturele erfenis van veel mensen over de hele wereld vormgeven. De exacte geboorte- en sterfdatum van Jacob wordt niet gespecificeerd in de Bijbel, maar men gelooft dat hij heeft geleefd tussen 2000 en 1600 voor Christus. Hij wordt gezegd te zijn overleden op 147-jarige leeftijd. Het verhaal van Jacob blijft een belangrijk onderdeel van de religieuze en culturele erfenis van veel mensen over de hele wereld, en het blijft de manier waarop mensen het wezen van geloof, familie en gehoorzaamheid aan God begrijpen, vormgeven.
Betekenis van de naam
supplanter
Oorsprong van de naam
Hebreeuws
Role
Profeet, Aartsvaders.
Eerste vermelding
Genesis 25:26
Verschijningen in de Bijbel
345 vermeldingen
In het Hebreeuws
יעקב