Het verhaal van Dagon

Dagon was een Filistijnse god van vruchtbaarheid en graan, en was een van de belangrijkste goden in het oude Nabije Oosten. Hij was de zoon van El, de oppergod van de Filistijnen, en was de broer van Baäl en Anat. Hij was ook de vader van Baäl-Hadad, de stormgod. Dagon was vooral bekend vanwege zijn rol in het verhaal van Simson, waar hij werd aanbeden door de Filistijnen in de tempel van Dagon. Volgens de Bijbel vernietigde Simson de tempel van Dagon door de twee pilaren die het ondersteunden omver te duwen. Dagon werd ook geassocieerd met de zee en werd soms de "Vis-God" genoemd. Hij werd vaak afgebeeld als een man met het hoofd en bovenlichaam van een vis. Hij werd ook geassocieerd met vruchtbaarheid en landbouw, en werd soms afgebeeld met een hoorn des overvloeds of een schoof tarwe. Dagon was een belangrijke figuur in het oude Nabije Oosten en werd eeuwenlang door de Filistijnen vereerd. Hij was vooral bekend vanwege zijn rol in het verhaal van Simson en vanwege zijn associatie met de zee en vruchtbaarheid.
Betekenis van de naam
Dagon: "Koren" (meaning grain)
Oorsprong van de naam
Feniciër
Role
godheid
Eerste vermelding
Joshua 15:41
Verschijningen in de Bijbel
9 vermeldingen
In het Hebreeuws
דגון